Toen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog Groot Brittannië de oorlog verklaarde aan Nazi Duitsland, werd dat tegelijk ook gedaan door bijna alle andere landen van het Britse Gemenebest (Commonwealth). Landen als Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika verklaarden ook de oorlog aan Nazi Duitsland. Australië kocht voor de Royal Australian Air Force (RAAF) vliegtuigen in Groot Brittannië en liet die met Australische bemanningen vliegen. Datzelfde deden ook landen als Canada en Nieuw Zeeland. Ook werd het bijna vanzelfsprekend dat mensen uit alle landen van het Gemenebest in dienst traden van de Britse Royal Air Force (RAF).
Bijvoorbeeld, de Canadese piloot Bill Tudhope, de laatste drenkeling van Schokland, vloog in 1940 voor de Britse Royal Air Force toen hij omkwam bij Schokland. Zijn drie bemanningsleden kwamen uit Groot Brittannië. De Britse RAF had ook een Volunteer Regiment (RAFVR), mensen die niet waren opgeroepen voor militaire dienst maar zelf vrijwillig tekenden. Deze vrijwilligers konden worden ingezet om bemanningen van vliegtuigen aan te vullen. Zo kon de bemanning van een vliegtuig van de RAF uit een bonte verzameling van nationaliteiten bestaan.
De Whitley
De Armstrong Whitworth Whitley was een Britse tweemotorige bommenwerper met een bemanning van vijf personen. Het toestel dat bij Coventry in Engeland werd gebouwd, werd in 1937 in dienst genomen van de Royal Air Force. Het toestel vloog een beetje in een merkwaardige stand met de neus een stukje naar beneden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bleek dat de verliezen van de Whitleys op sommige missies hoog konden oplopen, vooral als ze werden aangevallen door Duitse jachtvliegtuigen. Al snel werd besloten alleen nog ’s nachts te vliegen voor bombardementsmissies naar Nazi-Duitsland vanuit Engeland.
De Whitley werd als bommenwerper al in het begin van de oorlog overklast door de viermotorige ‘heavies‘ als de Short Stirling, de Handley Page Halifax en de Avro Lancaster. Haar laatste jaren in actieve dienst sleet de Whitley als verkenningsvliegtuig en onderzeebootjager.
De Whitley van Peter Brodie
Op maandagavond 19 augustus 1940 om 20:15 uur vertrok de Whitley (P4968 – MH-?) van het 51e Squadron van de Royal Air Force met de Nieuw Zeelander Sergeant Peter Brodie als piloot voor een nachtmissie boven Duitsland. Het doel was de elektriciteitscentrale bij de stad Zschornewitz in de buurt van Leipzig in het oostelijke deel van Duitsland.
De bemanning: Piloot: Pilot Officer P. G. Brodie, RAF, 23 jaar, Nieuw Zeeland, krijgsgevangen (POW), overleden 1991. Co-Piloot:Pilot Officer T. F. S. Johnson, RAF, 21 jaar, Nieuw Zeeland, krijgsgevangen (POW), overleden 1972. Waarnemer:Sergeant R. Entwistle, RAF, 20 jaar, Groot Brittannië, krijgsgevangen (POW), overleden 1967. Radio operator/boordschutter:Sergeant G.P. White, RAF, 24 jaar, Groot Brittannië, krijgsgevangen (POW). Leeft nog (?) Radio operator/boordschutter:Sergeant W.A. Kelham, RAF, 19 jaar,Groot Brittannië, krijgsgevangen (POW), overleden 1975.
Om 23:59 uur werd door radio operator G.P. White het signaal verzonden dat de missie was uitgevoerd.
Om 01:42 wordt er een radiosignaal verzonden naar de thuisbasis RAF Dishforth in North Yorkshire, Engeland dat hun toestel boven het doel schade had opgelopen door aanvallen van Duitse nachtjagers; ze verliezen brandstof. Om 02:29 uur wordt het signaal verstuurd dat ze zonder benzine zitten en dat de motoren ermee ophouden. Er wordt een zweefvlucht gemaakt terug naar de aarde. Om 02:38 uur raakt het contact verloren.
De Whitley van piloot Peter Brodie maakte op 20 augustus 1940 rond 02:37 uur een geslaagde noodlanding in het water boven kavel O-67 langs de later aangelegde Kleiweg bij Marknesse. Alle bemanningsleden kwamen heelhuids uit het toestel. De ringdijk van de Noordoostpolder was nog niet gesloten, dus was de plek nog IJsselmeer. Op 13 december 1940 werd bij Schokkerhaven de ringdijk van de Noordoostpolder gesloten en konden de drie gemalen aan hun grote werk beginnen. Het wrak van de Whitley heeft tot rond 1948 op die plek gelegen. Op oude luchtfoto’s van de Noordoostpolder uit 1947 zijn de resten van het wrak nog duidelijk te zien.
De bemanningsleden zijn door een vissersboot (vissersboten?) opgepikt en naar vaste wal bij Vollenhove gebracht. Over deze gebeurtenis is verder weinig bekend. De bemanningsleden belandden allemaal in krijgsgevangenschap en overleefden de oorlog. Ze behoorden tot de militairen uit de Tweede Wereldoorlog wiens krijgsgevangenschap het langst heeft geduurd: bijna 5 jaar. Van de vijf bemanningsleden werden er vier overgebracht naar krijgsgevangenkamp Stalag Luft 3 bij Sagan in het huidige Polen. Waarnemer Ronald Entwistle belandde in krijgsgevangenkamp Stalag Luft 6 bij Heydekrug in het huidige Litouwen en zat daar een groot deel van de oorlog uit. Aan het eind van de oorlog toen het Russische Rode leger oprukte in de richting van Berlijn, werd het krijgsgevangenkamp ontruimd en werden alle gevangen per trein en per boot op transport gezet naar westelijker gelegen krijgsgevangenkampen.
Er is een foto gemaakt door de heer C. Buitenhuis in de winter van 1941 op 1942. De foto is in bezit van Roel Winter van Historisch Marknesse in Woord en Beeld.
De tekst die de heer Buitenhuis bij de foto schreef:
“Op een kavel aan de Kleiweg heeft in 1941 ook nog een 2 motorig gevechts vliegtuig gelegen, die heeft een noodlanding gemaakt. Op dat moment zaten de mitrailleur en de ronde patronen-dozen er nog in, toen we er bij kwamen. Op de achtergrond de baggermolen die het kanaal Marknesse-Emmeloord op diepte aan het maken is ter hoogte van de Luttelgeesterweg”. Bron: Historisch Marknesse
Het vliegtuigwrak moet ergens na 1947 zijn geruimd. Bij bodemonderzoek op kavel O-67 aan de Kleiweg konden in 2012 alleen nog een flinke hoeveelheid kleine metaalfragmenten worden teruggevonden. Op één van die fragmenten stond een nummer en een inspecteur-stempel. Aan de hand van deze resten kon in elk geval worden vastgesteld om wat voor vliegtuigtype het ging: Armstrong Whitworth Whitley. Op de hulzen van tussen de vliegtuig-resten gevonden boordmunitie kon het productiejaar worden afgelezen: alle patronen bleken vóór 1940 geproduceerd. Uit geen enkel gevonden onderdeel kon de identiteit van het toestel onomstotelijk worden vastgesteld.
De afstreep-methode
Voor het vaststellen van de identiteit van deze Whitley kan alleen de afstreep-methode worden gebruikt: welk toestel kan het anders zijn? Er zijn in die periode van de Tweede Wereldoorlog maar twee Whitleys neergekomen in deze regio. Eén zou gecrasht zijn nabij Urk in het IJsselmeer (SGLO: T1024) en een tweede in de Noordoostpolder (SGLO: T0785). De crash nabij Urk bleek te gaan om een Whitley die in werkelijkheid helemaal bij het eiland Helgoland bij Denemarken te zijn neergestort. De vermelding op de verlieskaart van de SGLO dat de Whitley met serie nummer P4968 in de nacht van 19 op 20 augustus 1940 in de Noordoostpolder zou zijn neergestort, is gebaseerd op het boek “En nooit was het stil… Kroniek van een luchtoorlog” van oud bergingsofficier Gerrit Zwanenburg.
Archief gemeente Noordoostpolder In het archief van de gemeente Noordoostpolder werd door Historisch Marknesse in Woord en Beeld een document gevonden waaruit bleek dat op een kavel aan de Kleiweg een vliegtuigwrak heeft gelegen.
Walter Kelham
De radio operator/boordschutter Walter Kelham heeft in 1975 een zoektocht door Nederland ondernomen naar de plek waar hij in de oorlog zou zijn neergestort. Hij was om deze reden al in Noord Holland omdat dat de laatste peiling vanuit Engeland van hun positie vlak voor hun crashlanding was: Hoorn in Noord Holland. Walter Kelham meende zich te herinneren dat hij met een vissersschip óf naar Volendam óf naar Vollenhove was gebracht.
Thank you for your kind words. We hope you will enjoy reading the other articles as well?