Wat overkwam de bemanning van vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog neerkwamen in de Noordoostpolder? Soms kon er een noodlanding worden gemaakt in de blubber van de pas drooggevallen polder. Anderen overleefden het als ze zich op tijd met hun parachute in veiligheid konden brengen. Velen vonden echter hier hun dood.
Een voorbeeld van de Britse viermotorige Lancaster bommenwerper (foto: Peter Handley)
Het verhaal van Cottam
Het bijgaande verhaal is in 2000 opgeschreven door de navigator Bill Cottam van Lancaster Mk.III JA 702 “Z for Zebra” die op 30 januari 1944 neerstortte bij Marknesse. Het toestel was op weg terug naar Engeland na een bombardementsvlucht boven Berlijn maar werd uit de lucht geschoten door de Duitse Messerschmitt Bf 110-G-4 nachtjager van Oberleutnant Hans-Heinz Augenstein van 7./NJG1 (Nacht Jager Gruppe 1).
De Nieuw Zeelandse piloot Jack Rule kwam om bij de crash van Lancaster JA702
(Herkomst: Teunispats.nl)
Hans-Heinz Augenstein in zijn Messerschmitt Bf 110 G-4 was verantwoordelijk voor het uit de lucht schieten van Lancaster JA702.
Na een duikvlucht kon de Nieuw-Zeelandse gezagvoerder en piloot Jack Rule het toestel nog weer onder controle krijgen, maar hij had nog niet het bevel gegeven om het toestel per parachute verlaten of het toestel brak in de lucht in tweeën.
Bill Cottam, derde van links, met de bemanning van Lancaster “T for Tommy”.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Bill Cottam met andere Navigators van het Pathfinder Squadron.
(Herkomst: Teunispats.nl)
De bemanning van Lancaster JA702 voordat Bill Cottam onverwachts aan deze bemanning werd toegevoegd
(Herkomst: Teunispats.nl)
De bemanning van Lancaster JA702 voordat Bill Cottam onverwachts aan deze bemanning werd toegevoegd.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Cottam, geheel links op de foto met RAF personeel onder een viermotorige Lancaster bommenwerper.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Sergeant Bill Cottam, nog thuis in Engeland
Navigator Bill Cottam uit Lancaster JA702
(Herkomst: Teunispats.nl)
Coyne & Cottam
Navigator Bill Cottam en de boordwerktuigkundige Paddy Coyne, die hun werkplek hadden op de plek waar het toestel in tweeën brak, werden de lucht in geslingerd maar konden zich met hun parachute redden. De rest van de bemanning had geen schijn van kans om vallend nog uit de twee helften van het vliegtuig te komen. Het toestel stortte neer op een plek iets ten noorden van het huidige Marknesse waar nu de Oosterringweg ligt. De bemanning ligt sindsdien in Vollenhove begraven.
Vijf oorlogsgraven in Vollenhove van de bemanningsleden van Lancaster JA702.
Het graf in Vollenhove van de Nieuw Zeelandse piloot Jack Rule van Lancaster JA702.
Bergingsofficier Zwanenburg in 1973 toen er bij de aanleg van een telefoonkabel stukken van Lancaster JA702 werden teruggevonden langs de Oosterringweg iets ten noorden van Marknesse.
Het verzet helpt
Bill Cottam en Paddy Coyne werden geholpen door leden van het verzet uit Vollenhove. Ze werden ’s nachts clandestien met een ambulance naar Oostermeer in Friesland gebracht waar ze een half jaar ondergedoken hebben gezeten bij de plaatselijke huisarts Dr. Van Leeuwen. Vervolgens werden ze met een ontsnappingslijn via de heer De Cock in Kaatsheuvel per trein naar België overgebracht waar ze in Antwerpen door verraad tegen de lamp liepen.
Vollenhove met op de voorgrond de Centrale Werkplaats van de Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken). Veel vliegeniers hebben hier meerdere nachten doorgebracht voor ze verder konden worden gebracht.
De karakteristieke drie Schokbetonschuren van de Centrale Werkplaats op de dijk van de Noordoostpolder bij Vollenhove.
Het huis van dokter Van Leeuwen in Oostermeer waar Cottam en Coyne een half jaar ondergedoken hebben gezeten in 1944.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Cottam en Coyne als vermomde Hollanders in 1944
(Herkomst: Teunispats.nl)
Links het echtpaar Van Leeuwen, dan Paddy Coyne en rechts Bill Cottam.
De villa van Dokter Van Leeuwen in Oostermeer had een beschutte achtertuin.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Van boven naar beneden, Paddy Coyne, onderduiker Hans en Bill Cottam.
(Herkomst: Teunispats.nl)
De villa van Dokter Van Leeuwen in Oostermeer had een beschutte achtertuin.
(Herkomst: Teunispats.nl)
De villa van Dokter Van Leeuwen in Oostermeer had een beschutte achtertuin.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Coyne en Cottam in Kaatsheuvel op het onderduikadres van De Cock.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Krijgsgevangen
Bill Cottam en Paddy Coyne werden, na te zijn verraden in Antwerpen, gearresteerd door de Duitsers en zaten de rest van de oorlog uit in verscheidene krijgsgevangenkampen voor ze in het voorjaar van 1945 door de Russen werden bevrijd.
In het krijgsgevangenkamp wordt gesleept met een grote ton soep.
Krijgsgevangenenkaart van Bill Cottam.
(Herkomst: Teunispats.nl
Krijgsgevangenenkaart van Bill Cottam.
(Herkomst: Teunispats.nl
Alleen vliegeniers die hun parachute hebben moeten gebruiken, konden lid worden van de Caterpillar Club.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Detail krijgsgevangenenkaart van Bill Cottam.
(Herkomst: Teunispats.nl)
Monument
Op het propeller monument in Marknesse wordt de gesneuvelde bemanning van twee vliegtuigen herdacht. Een Wellington Mk.Ic (R1757) DX-X die op 12 oktober 1941 neerstortte langs de Baarloseweg en de hier beschreven Lancaster Mk.III Z Zebra (JA702 GT-Z) die op 30 januari 1944 langs de Oosterringweg neerkwam, iets ten noorden van het dorp.
Monument in Marknesse voor de bemanningen van Wellington R1757 en Lancaster JA702.
De vijf omgekomen bemanningsleden van Lancaster JA702. De namen van Bill Cottam en Paddy Coyne ontbreken want zij overleefden de crash en zaten de rest van de oorlog uit in krijgsgevangen-kampen.
Verhaal van Cottam
Bill Cottam was navigator bij het 156e squadronPathfinders (verkenners) die vlogen vanaf vliegveld Warboys in Cambridgeshire, Engeland. Hij was 23 jaar toen hij boven Marknesse uit de lucht viel met zijn parachute. Hij was 79 toen hij zijn verhaal “From Kirkham to Krakow” in 2000 opschreef. Het bijgaande verhaal is het verslag van zijn omzwervingen van Kirkham, waar hij werd geboren tot Krakau in Polen waar hij in krijgsgevangenschap kwam.