Auteur: Hans Hollestelle
Op 8 april 1944 kwamen er in de Noordoostpolder twee Amerikaanse bommenwerpers neer. De gebeurtenissen stonden los van elkaar maar vonden plaats op dezelfde dag en rond hetzelfde tijdstip ± 15:00 uur. De B-17 Flying Fortress van piloot Russell Gecks kwam neer iets ten noorden van Emmeloord en vlakbij Schokland stortte de B-24 Liberator van piloot Joe Buland neer.
Voorafgaand aan het neerstorten van de Liberator van piloot Buland vond er in de lucht boven Genemuiden en de Noordoostpolder een luchtgevecht plaats tussen Amerikaanse B-24 Liberator bommenwerpers met hun P-47 Thunderbolt escorte jagers tegen een aantal Duitse Focke Wulf Fw-109 jagers.
Missie naar Braunschweig
Een groep Amerikaanse B-24 Liberator bommenwerpers was op de terugweg van een missie naar fabrieken bij Braunschweig in Duitsland naar hun thuisbasis USAAF Station 104, RAF Hardwick, in Engeland. De Amerikaanse B-24-J Liberator “Old Hickory” van piloot Joe Buland (42-73495) had bij het bombarderen van het doel last gekregen van een “Bomb Hang-Up“; één van de bommen was in het bommenrek blijven hangen. Toen piloot Buland de bommenluiken sloot, kwam de bom alsnog uit het rek los en viel vervolgens dwars door de bommenluiken van de Liberator. Er ontstonden hierdoor problemen met de stroomlijn van het toestel zodat het de andere bommenwerpers van de formatie niet meer bij kon houden en zich langzaam moest laten uitzakken. Gelukkig was er bescherming van Amerikaanse P-47 Thunderbolt escortejagers van de 361 Fighter Group (375 Fighter Squadron).
Boven Nederland aangekomen werd de formatie, met de Liberator van piloot Joe Buland achter aan de groep bungelend, aangevallen door Duitse jachtvliegtuigen. Het waren jagers van het Duitse Jagdgeschwader 2./JG 26, die hun basis hadden in Wevelchem, België. Ze vielen de Liberators recht van voren aan en vochten zich al schietend dwars door de groep bommenwerpers. Toen ze de formatie dwars door waren gevlogen, troffen ze de Liberator van Buland aan die wat achterbleef.
Karl Heinz ‘Charly‘ Willius in zijn Focke Wulf FW-190 A-8 ‘Schwarze 5‘ (Werkno. 170009) jager viel aan en veroorzaakte zoveel schade aan de Liberator van piloot Joe Buland dat die het toestel niet langer meer in de lucht kon houden en aan een lange duikvlucht begon. Hij kon 6 bemanningleden voldoende tijd geven om met hun parachute het toestel te verlaten. Joe Buland zelf werd uit het toestel geslingerd toen het in de lucht in meerdere stukken uiteen brak. Gelukkig kon hij zich met zijn parachute redden. Toch kwamen er nog 3 mensen om bij deze crash. Er was tijdens het luchtgevecht al een bemanningslid dodelijk gewond geraakt. Van één bemanningslid ging de parachute niet open nadat hij uit het vliegtuig sprong. Eén bemanningslid had de pech dat er brandend materiaal op zijn parachute viel terwijl hij in de lucht hing. zijn geopende parachute raakte in brand en vervolgens viel dit bemanningslid uit de lucht. Drie bemanningsleden werden dood gevonden op de pas drooggevallen bodem van de Noordoostpolder, vlakbij het voormalige eiland Schokland.
De Duitse Luftwaffe piloot Karl Heinz ‘Charly‘ Willius had 49 neergeschoten toestellen op zijn naam staan. De Liberator van Joe Buland werd zijn 50e. Direct daarna, in ditzelfde luchtgevecht werd Willius zelf uit de lucht geschoten door de P-47 Thunderbolt escortejager van Alton B. Snyder van 361 Fighter Group (375 Fighter Squadron). De Focke Wulf Fw-190 met ‘Charly‘ Willius sloeg diep in de bodem iets ten zuiden van Genemuiden.
Pas in oktober 1976 werd het vliegtuig onder leiding van Bergingsofficier Zwanenburg geborgen met de resten van ‘Charly‘ Willius er nog in. De weduwe van Willius was bij de berging aanwezig. Ze doet haar verslag in de Britse documentairefilm “Some of our Airmen are nog longer missing” uit 1981 (43:43 t/m 45:45 minuten). In hetzelfde fragment zit ook het verslag van de Duitse piloot Schild die in hetzelfde luchtgevecht met Willius boven Genemuiden betrokken was.
Piloot Joe Buland en 6 van zijn bemanningsleden werden allemaal gevangen gemaakt door de Duitsers en zaten de rest van de oorlog uit in krijgsgevangenkampen in Duitsland. De drie omgekomen bemanningsleden hebben enige tijd in Vollenhove begraven gelegen. De stoffelijke resten zijn op verzoek van de familie naar de Verenigde Staten overgebracht.
Na de oorlog heeft de weg in de Noordoostpolder, waarlangs de B-24 Liberator van Joe Buland en ook de B-17 Flying Fortress van Tom Sharpless van de “Dinah Might” neerkwamen, de naam Vliegtuigweg gekregen. De weg zou eerst de Zuidermiddenweg gaan heten.
De onderstaande film van 8 minuten toont fragmenten van de aanvallen door Focke Wulf Fw-190 jachtvliegtuigen op Amerikaanse bommenwerpers.
Dirk Kuiper
In kamp Ramspol was Dirk Kuiper kampklerk. Hij was getuige van het neerstorten van de B-25 Liberator van piloot Joe Buland.
Hieronder het verslag dat hij na de oorlog opschreef over deze gebeurtenis:
Zaterdag 8 april 1944 (± 14:30 à 15:00 uur)
Een Lightning (2 pers. jager) kwam heel laag over de Ramsgeul van Oost naar West en trok in een boog in de richting West-Oost omhoog. Kort daarop kwamen formaties bommenwerpers uit Oostelijke richting over, waarvan één brandend toestel (één na laatste toestel van een formatie). Dit toestel vloog uit de formatie in Noordwestelijke richting en na ± 3 km sprongen achtereenvolgens 4 bemanningsleden per parachute uit het toestel en komen behouden in de nabijheid van het, inmiddels verdwenen, arbeiderskamp Enservaart neer.
Hieronder bevond zich ook de commandant van het toestel. toen ze in de lucht hingen werden ze beschermd door jagers (± 10) die om hen heen cirkelden.
Eén van de bemanningsleden van de bommenwerper is door de heer Iwema, arts te Ramspol, (thans Ens) behandeld. Een ander bemanningslid was bij de landing wat hard op de grond terecht gekomen (pijn in de lies, door schok bij het neerkomen) en is door de daar aanwezig zijnde pontwachter naar kamp Enservaart gebracht.
Het brandende toestel kwam neer in de driehoek Ens – Schokland – Ramspol.
Eerst brak de vleugel van het toestel en zweefde langzaam op de wind naar beneden.
Toen sprong nog een bemanningslid uit het toestel, zijn parachute ging open, maar kort daarna viel een brandend voorwerp op de parachute en viel hij naar beneden. Dit bemanningslid is gevonden op kavel P30.
Kort daarna brak het toestel doormidden; de motoren vielen naar beneden en de resten van de romp volgden. Op dit moment kwam (of viel) er nog een bemanningslid uit het toestel zonder dat de parachute zich opende. Hij kwam neer op kavel P14 of P15 en is ook gevonden. Later is nog een derde omgekomen bemanningslid gevonden.
De romp is in twee stukken naar beneden gekomen en lagen minstens 500 à 600 m van elkaar af. Het voorstuk op kavel P24 en het achterste stuk op P25?
Het bemanningslid dat op kavel P30 neerkwam is door arts A.K. Iwema (thans wonende te Ens) en mij dood aangetroffen. Gelijktijdig arriveerde daar (na ons enige malen beschoten te hebben of waarschuwingsschoten afvuurde) de Duitse Commandant van de post Schokland. Opperwachtmeester van Politie de Besten was hiervan op afstand getuige.
De omgekomen vliegers zijn vermoedelijk door de Duitsers overgebracht naar Kampen of Vollenhove.
Van de Duitse Commandant werden we gewaar dat de 6 bemanningsleden die per parachute het toestel hadden verlaten in de omgeving van het kamp Enservaart waren neergekomen.
De heer Iwema en ik zijn daar heengereden (per motorrijwiel) en troffen de bemanningsleden aan in de woning van kampbeheerder Fermons (?) van het kamp Enservaart. Zij zaten daar onder het genot van een flesje limonade en een rokertje. Met de Commandant hebben we de mogelijkheid van een ontvluchting besproken en met behulp van een atlas de situatie uitgelegd. Hij wist precies waar hij neergekomen was en wees het op de kaart nauwkeurig aan.
Rondleiding door een B-24 “Liberator” bommenwerper. YouTube film van 24 minuten.
We spraken af dat zij zich zouden verspreiden langs de Enservaart en wij zouden trachten hun ‘s avonds op te halen. Ondanks ons aansporen om zo spoedig mogelijk de woning te verlaten (we wisten dat de Duitse post Schokland met hun landing op de hoogte was) maakten zij geen haast. De tijd was ook beperkt.
Toen we op de terugweg naar Ramspol van Opperwachtmeester de Besten (die we onderweg tegen kwamen) vernamen dat de Duitsers met een auto rondreden in de richting Enservaart, was de kans om uit handen van de Duitsers te blijven klein.
Ze zijn dan ook door de Duitsers in de woning van de kampbeheerder aangetroffen en overgebracht naar de Duitse post Schokland.
Dinsdags (11 april) zijn ze per legerauto, via Ramspol, door de Duitsers richting Kampen weggebracht.
Het was de Commandant van het vliegtuig zijn eerste vlucht op Duitsland.
Verder??
D. Kuiper
Bronnen
Boek: “Geborgen in de polderklei” van Bert Wijs (Project Ongeland, Lelystad, 2014)
www.teunispats.nl/ww2.htm
www.en.wikipedia.org/wiki/Karl_Willius
www.luftwaffe.cz/willius.html
www.ww2gravestone.com/people/willius-karl-heinz-charly/
www.findagrave.com
www.pisseleux1944.levillage.org/1944/Crew_Wilius.php
www.lesasdelaluftwaffe.unblog.fr