Auteur: Hans Hollestelle
Inleiding
In april 1944 beginnen de Geallieerden het overwicht te krijgen in de lucht boven Europa. De Amerikaanse formaties met bommenwerpers die overdag vanuit Engeland naar Nazi Duitsland vliegen kunnen helemaal tot het doel en terug worden begeleid door lange-afstands escortejagers.
Escorte-jagers kregen ook een vrijere rol. Als er geen Duitse jachtvliegtuigen in de buurt waren die de bommenwerpers aanvielen, mochten ze naar eigen goeddunken ook doelen op de grond aanvallen. Een nog vrijere rol was weggelegd voor jachtvliegtuigen die op een Fighter-Sweep missie werden gestuurd. Zij hadden geen escorte-functie maar de opdracht om gronddoelen aan te vallen die zich toevallig voordeden.
James Barlow
Zo vloog op 23 april 1944 de Amerikaanse piloot James “Jamey” Barlow van het 380e Fighter Squadron van vliegveld Staplehurst (USAAF Station 413) in het graafschap Kent in zuid-oost Engeland naar de overkant van het Kanaal. Het weer was slecht met veel laaghangende bewolking. De piloten hadden opdracht gekregen om beschietingen uit te voeren op gronddoelen zoals Duitse militaire kazernes, vliegvelden met geparkeerde vliegtuigen, locomotieven van treinen, militaire konvooien en andere voertuigen die ze maar tegenkwamen op hun heenweg naar het gebied rondom Bremen-Oldenburg en op de terugweg naar hun thuisbasis Staplehurst.
Piloot Barlow vloog in een P-51B-5-NA Mustang (43-7006), één van de snelste jachtvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Toen hij op de terugweg van zijn missie weer boven Nederland vloog, bleek boven Oosterwolde in Friesland dat zijn vliegtuig was geraakt door Duitse luchtafweer vanaf de grond. Het koelsysteem van zijn 12-cilinder Merlin-motor raakte lek waardoor zijn motor oververhit begon te raken en vervolgens begon te haperen. Boven Oosterwolde was er nog een laatste radiocontact tussen Barlow en twee andere piloten van zijn Squadron waarmee hij onderweg was.
Toestel stort neer
Er bleef voor piloot Barlow niets anders over dan zijn toestel te verlaten en te proberen om zich met zijn parachute te redden. Het toestel sloeg rond 18:40 uur diep in de nog slappe bodem van de Noordoostpolder bij Kavel T-111 vlakbij de dijk langs het Zwarte Meer, niet ver van arbeiderskamp Zwartemeer.
Historische luchtfoto’s van de Noordoostpolder van 1947 tot recent: www.historische-luchtfoto.flevoland.nl
Na een geslaagde landing
Nadat hij met zijn parachute een geslaagde landing had gemaakt werd piloot Barlow opgepikt door de heer Melse die in die tijd ondergedoken zat in kamp Zwartemeer. De heer Melse bracht hem over naar Th. van Wijngaarden, de beheerder van kamp Zwartemeer. Na donker is Barlow overgebracht naar het grotere arbeiderskamp Ramspol dat een kilometer of 4 westelijker lag. Dirk Kuiper, kampklerk van kamp Ramspol, kon zijn buurman Dr. Iwema laten telefoneren met het Noodhospitaal dat gevestigd was in houten barakken bij Vollenhove.
Dokter Iwema
Dokter A.K. Iwema meldde dat er een “zeer ziek persoon” was aangekomen in kamp Ramspol. In Vollenhove werd de boodschap begrepen en er kwam nog diezelfde avond een auto naar kamp Ramspol om piloot Barlow op te halen en mee terug te nemen naar het Noodziekenhuis in Vollenhove
(Bron: “Paradijs in Oorlogstijd?” door Dr C.C. van Baalen (1986), p. 152).
Vanuit het Noodhospitaal is James Barlow overgebracht naar de woning van notaris Jan Jacob van Kluyve in Vollenhove. Daar heeft hij een volle week gezeten.
Verdere verloop
Van de zoon van James Barlow is bekend geworden wat er in het verdere verloop van de oorlog allemaal gebeurd is met zijn vader:
• Shot Down – “Kaput” / April 23, 1944
• Vollenhove near Meppel / April 23 to April 30
• Vollenhove – Zwolle – Amsterdam – Sprang Capelle / April 30 to May 11
• Breda – Tilburg / May 11 to May 13
• Captured Breda (Zundert) / May 12, 1944
• Amsterdam / May 13 to May 20
• Dulag Luft, Oberursel (North of Frankfurt am Main) Germany / May 20 to May 23
• Stalag Luft III West Compound, Sagan Germany / May 29, 1944 to Jan 28, 1945
• Forced March (dodenmars) / Jan 28 to Feb 6
• Stalag Luft VII A, Moosburg Germany / Feb 6 to April 30
• Liberated by Gen. Patton’s 3rd Army, 14th Armoured Division / April 30, 1945
(Bron: www.teunispats.nl; info via James E. Barlow Jr. (zoon) in 2012)
Arrestatie
Gedurende de 7 dagen van het verblijf van James Barlow in Vollenhove is zijn hele ontsnappingsroute bedacht en opgezet. Hij kwam een heel eind, maar hij werd op 12 mei 1944 om 10:30 uur in Zundert in Noord Brabant vlakbij de Belgische grens door Veldwachters gearresteerd. Hij werd overgeleverd aan de Duitsers en in Amsterdam gevangen gezet. Vervolgens zat hij drie dagen in het Duitse ondervragingscentrum Dulag Luft (Durchgangslager der Lufwaffe) in Oberursel bij Frankfurt. Hij overleefde de verdere oorlog in krijgsgevangenschap, ondanks de dodenmars in de barre winter van ’44 op ’45 naar het krijgsgevangenkamp Moosburg bij Berlijn. Hij werd op 30 april 1945 door het leger van Generaal Patton bevrijd.
Een algemene film over de Amerikaanse P-51 Mustang en de Duitse Focke Wulf Fw-190 Sturmbock:
Bronnen
Boek: “Paradijs in Oorlogstijd?” door Dr. C.C. van Baalen (1986), p. 152
boek: “De bevrijding van het Nederlands Onderduikers Paradijs” door Aaldert Pol (Uitgave: Museum Schokland, 1995)
www.bhic.nl
www.teunispats.nl