Inleiding
Duitsers in de Noordoostpolder
Het pas gewonnen land, in mei 1940 nog niet eens droog, is een bijzonder stuk poldergrond. Na de Duitse inval is het in eerste instantie nog de vraag of de Duitsers het toelaten dat deze polder verder drooggemaakt wordt. Niet geheel verrassend hebben zij interesse in dit bijzonder stukje land en de techniek waarmee dit drooggelegd wordt.
Vlak na de bezetting komen waarschijnlijk al de eerste Duitsers naar de Noordoostpolder. Dit is af te leiden uit het feit dat een zelfde bezetting naar Urk komt. Duitse militairen die een luchtpost opzetten, een Flugwache.
Later in de oorlog is de bezetter goed op de hoogte van het reilen en zeilen. Zo komt er uiteindelijk ook een grote razzia in november 1944 waarbij zo’n 4000 Duitse militairen de Noordoostpolder doorzoeken op ‘terroristen’. De Duitsers waren vrij goed op de hoogte wat er precies gebeurde en hoe dit tot stand kwam.
Slachtoffers
Hoewel het niet direct in de Noordoostpolder plaats vond, is het wel opmerkelijk. In mei 1940, bij de invasie van Nederland komen twee Duitse militairen om. Na de inval van Friesland wil de Duitse bezetter met vissersschepen uit diverse havenplaatsen, waaronder Lemmer, oversteken naar Noord Holland om daar verder te vechten. Op de website van Spanvis.nl is hier over het volgende te lezen:
“Ook in De Lemmer gebeurde dat. De Duitsers zaagden de masten af, een paar meter boven het dek. In de ochtend van 15 mei verlieten vier boten met Duitse militairen de haven van De Lemmer. Ook de gevorderde botter van Lambert Poepjes was daarbij. Bij het uitvaren liep deze botter op een strekdam van Noordoostpolder, waarbij door de schok vier Duitsers over boord sloegen en er twee verdronken. De andere drie boten met 40 Duitsers voeren door naar NoordHolland.” (Zwaag, v.d. J. (2016). )
Eenheden
Als het gaat om Duitsers en de Noordoostpolder is er een onderscheid te maken.
1. Duitsers die gelegerd waren in de Noordoostpolder
2. Duitsers die aanwezig waren in de Noordoostpolder in verband met razzia’s
3. Duitsers die aanwezig waren in de Noordoostpolder vanwege de luchtoorlog.
1. Gelegerde Duitsers in de Noordoostpolder
Algemeen/Onbekende eenheid
De Duitse eenheden hadden klaarblijkelijk meer bevoegd, of mogelijkheden dan alleen hun primaire taken.
Niet altijd wordt helaas vermeld in bronnen welke eenheid het precies betreft. Zo schrijf dhr. J.H. Demmer in zijn dagboek:
“Bij de centrale werkplaats hier op Ramspol stond een Lanz-Bulldog trekker, die door 2 Duitse soldaten naar Kampen gebracht zou worden. Wanneer deze heren om ± 3 uur vertrekken moeten ze voor het water wachten, omdat de pont aan de overkant is. Als ze voor het water willen afremmen, bleek deze niet te werken en reed hij pardoes het kanaal in. Door een reuze sprong, precies op tijd, konden ze hun uniform droog houden. De Lanz werd door een Cattepilar weer op het droge getrokken, hetgeen gebeurde onder grote belangstelling.” (Demmer, J.H. (1944-1945))
Wasserschutzpolizei
Hiernaast wordt de Noordoostpolder ook als doorgangsroute gebruikt, om te reizen. Zo blijkt uit hetzelfde dagboek van dhr. Demmer. Het gaat hierbij om Duitsers van de Wasserschutzpolizei (Waterpolitie) of de Kriegsmarine. Dit is af te leiden omdat ze in een konvooi varen, maar helaas is verder niets bekend.
Maandag 22 Januari (1945)
Het heeft weer flink gevroren. De eerste pont vaart vanwege het vele ijs pas om 9 uur over. Hierna loopt een Duits convooi de haven van Ramspol binnen en blijft hier vandaag liggen, omdat ze overdag varen op de Zuiderzee te gevaarlijk vinden. Dit convooi bestaat uit 2 ijsbrekers “De Urk” en “de Breezand” een Duits patrouilleschip, 2 sleepboten, een grote passagiersboot en 5 schepen geladen met steenkool uit Duitschland. ’s Avonds tegen zonsondergang vertrekt het hele convooi in de richting Zuiderzee. Daar er veel sneeuw ligt, wordt er op Ramspol met een sneeuwploeg gewerkt. Dit gebeurt ook door verschillende boeren. Van werken komt niet veel, het ligt allemaal stil. Zelfs dorsmachines draaien niet meer.
G. Smienk en H. Lansink hebben het geluk om ’s morgens een haas te vangen in de sneeuw. Deze wordt ’s avonds de jas uitgetrokken en kamer 24 zal hier morgen wel verder mee afwerken. Tegen de avond zijn in de omgeving van Ramspol de wegen weer begaanbaar en kan men weer fietsen. Het licht blijft ook vanavond weer doorbranden. (Demmer, J.H. (1944-1945))
Hierbij moet opgemerkt worden dat het schip ‘de Breezand’ door de Duitse Flugwache, of luchtpost op Urk gevorderd is.
Organisation Todt
Blijkens het schrijven van dhr. Bronke zijn er ook dienstplichtigen van Duitse zijde in de Noordoostpolder aanwezig geweest. Dit is overigens niet geheel verwonderlijk als men bedenkt dat de Noordoostpolder de ‘graanschuur’ van Duitsland moest worden en het voedseltekort toenam naarmate de oorlog vorderde.
Bronke schrijft hierover:
“Na de razzia zagen wij slechts enkele malen Duitse militairen. Was soms wel angstig. Er zat in Emmeloord wel een mannetje van de Organisatie Todt, die mede door zijn ouderdom geen vlieg kwaad deed.” (Bronke, B. (2006).)
Eenheid Duitse Luchtwachtposten – Flugwache
In de Noordoostpolder waren twee Duitse Luchtwachtposten en één post op Urk.
In de polder waren ze gelegerd op Schokland en op de weg van Kuinre naar Emmeloord.
Luchtwachtpost Schokland
Over de luchtwachtpost op Schokland schrijft J.H. Demmer in zijn oorlogsdagboek het volgende:
“De piloot wordt door de politie van Ramspol en de Duitsers van Schokland, (hier liggen 4 man luchtwachtdienst) gevangen genomen en in de wagen van Boesveld naar Kampen gebracht” (Demmer, J.H. (1944-1945))
In het blad ‘De Vriendenkring’ wordt hier nog verder over geschreven:
“Op voornoemden Zaterdag 8 April 1944, te omstreeks 15.15 uur, is nabij Schokland, eveneens gelegen in voonoemden Polder, ook een Amerikaansch vliegtuig (bommenwerper) neergestort. Door Duitsche militairen van Luchtpost Schokland werden zes inzittenden van dit vliegtuig aangehouden, drie dooden werden geborgen. Een en ander vond plaats op Kavel P.2’” (Onbekend. gepubliceerd in ‘De Vriendenkring’ (2000).)
In ‘De Vriendenkring’ van 1967 is door dhr. Selles het volgende nog geschreven over deze Duitsers:
“Ten zuiden van Emmeloord was een Duitse luchtwachtpost gevestigd, die bemand was door een aantal Oostenrijkers. Deze tot Duitse dienst gedwongen mannen waren bijna even oud als het eiland. Ook verder pasten ze zich wonder goed aan bij de polder. Ze hadden een even grote hekel aan Herr Hitler als aan de andere polderbewoners. Een voor hun voeten neergestort vliegtuig ontdekten ze pas als de vlieger was gevlucht. Vliegtuigen trachtten vaak een noodlanding uit te stellen tot de rand van de rietzee.” (Selles, A. (1967))
Waar dit stuk verder op gebaseerd is, is helaas niet bekend. De Duitse militairen riskeerden met dit gedrag wel flinke represailles als hun meerderen hier achter kwamen. Wel schrijft Selles een verklaring voor hun gedrag, namelijk ze zijn geen Duitser, en het zijn geen fanatieke Nationaal Socialisten is af te leiden.
De Duitse luchtwachtpost bestond dus uit vier oudere militairen afkomstig uit Oostenrijk. Ze hadden een verbinding met Kampen. Zij hadden onder meer tot taak om in het luchtruim het geallieerd vliegtuigverkeer te observeren en door te geven. En daarnaast dus ook de omgeving van het gebied te controleren op militairen van andere mogendheden.
Plaats Aanduiding
Urk Ha 4
Schokland Ha 2
Kuinre E 24
Baarlo of Blokzijl Ha7
Zwartsluis of Genemuiden Ha15
De aanduiding Ha staat voor ‘HASE’ de posten waren onderdeel van de stelling HASE bij Harderwijk. Van der Maas (2015) geeft hierop als aanvulling:
De luchtposten of de Flugwaches zijn een van de vele klein (genummerde) posten in de grote regio. Het was onderdeel van de 11e Kompanie van het Luftgau Nachrichten Regiment Holland.
De post in Urk werd bezet door een Flugmelde‐Trupp, een groep of troep, de kleinste eenheid in een Kompanie. De Kompanie in Zwolle bestond uit meerdere Züge (Pelotons), elke Zug weer
onderverdeeld in meerdere Trupps. De Flugwache op elke plaats rapporteerde/melde dus aan hun hoofdkwartier, de Fluko Zwolle. De Wache had tot taak het visueel signaleren, identificeren en rapporteren van vliegverkeer aan de Fluko.In het begin van de oorlogsjaren was het vooral een Tagflugwache, alleen actief vanaf zonopkomst tot zonsondergang. Later in de oorlog wordt het Luftgau Nachrichten Regiment Holland opgeheven. De dag‐ en nachtjagd wordt gecombineerd betrokken in een nieuwe structuur. Urk wordt de Luftwache Ha4, een onderdeel van de stelling HASE bij Harderwijk. (Maas, van der. J. (2015))
2. Duitsers die aanwezig waren in de Noordoostpolder in verband met razzia’s
Eenheid Duitse Kriegsmarine
De Duitse Kriegsmarine was actief aan de rand van de Noordoostpolder. Dit is af te leiden uit een krantenartikel van de Noordoostpolder:
“’s Morgens, toen men meende, dat alles veilig was, kwamen ze weer te voorschijn. Helaas rukte te Vollenhove juist de Kriegsmarine binnen, met al de gevolgen van toen.
Jongens in doodsangst, de handen omhoog, moesten aanschouwen, hoe Henk werd neergeknald. Zij konden hem toen niet helpen, maar één gedachte hield hen staande en die was: eens komt onze tijd!” (Terpstra, A. 1945)
Van de Wal schrijft in zijn boek ‘Veerkracht en volharding’ het volgende hier nog over:
“Op 4 augustus werd Vollenhove en omgeving opgeschrikt met een razzia. De reden van deze actie is niet bekend. Volgend diverse pioniers was het een eenmansactie van een officier in Vollenhove. Een aantal jongemannen werd opgepakt en elders tewerkgesteld.” (Wal, van der. H. 2007).
24ste Schiff Stamm Abteilung.
Deze eenheid was ook in de polder aanwezig in verband met een razzia, en wel die op 17 november 1944 plaats vond. Naast deze eenheid waren er op die datum meer eenheden actief.
Bijzondere aan deze eenheid was dat een 17 jarige soldaat ook betrokken was die bij de genoemde eenheid dienst deed. Hij heeft in 2017 zijn verhaal laten optekenen. Hieruit bleek hoe hij, en anderen de razzia beleefden. Hieronder een citaat uit het boekje van Josef Schmidt over zijn belevenissen:
“We waren er nog maar kort, toen een inzet van de compagnie in de Noord Oost Polder volgde. De opdracht luidde om te gaan zoeken naar terroristen en onderduikers. Met de fiets zijn we via Lemmer naar de NOP gereden. In de polder hebben we onze overbodige spullen achtergelaten in een school, die door Duitse schildwachten werd bewaakt. Al snel werden we op linie gezet en hebben we daar een hele avond en nacht gezocht. Dit was een gebied langs een lang en kaarsrecht kanaal met onbegroeide zanddijken. Eindeloos leek het kanaal in het donker. Hierdoor zagen we niets. Onze uniformen waren na een paar honderd meter al drijfnat van het hoge vochtige gras waar we door heen liepen. Zo nu en dan hoorden we een wild dier wegschieten en elke keer weer schrokken we opnieuw. Steeds weer nieuwe sloten met water kwamen op ons pad, die als hinderlijke barrières door ons werden overgestoken. Omdat we geen uitrusting bij ons hadden, was het domweg er inspringen en er uitklimmen. Mijn gezicht vol met natte spinraggen. Sloot na sloot. Zelfs van een onschuldige merel schrok ik. Maar het ging verder en we kwamen niets en niemand tegen. We waren volkomen verkleumd tot op het bot. Aan het einde van de nacht waren we aan het eind van ons Latijn en verlangden naar een warm bed en droge kleren. Maar dat laatste hadden we niet mee genomen. De volgende dag mochten we terug naar huis. Onze kleding hadden we gelukkig in de school wat gedroogd. Maar dit was nauwelijks gelukt. Het was er steenkoud.” (Wind, de. S. (2015)
Wasserschutzpolizei
De Duitse Wasserschutzpolizei was ook betrokken bij de razzia van de 17de november 1944, en derhalve in de Noordoostpolder. Dit valt af te leiden uit het voornoemde boekje ‘Josef Schmidt’. Hierin staat over deze eenheid het volgende geschreven:
“De opgepakte polderwerkers werden bij elkaar gedreven en in colonnes over de weg naar Vollenhove gebracht. Daar werden ze onder barre omstandigheden in scholen opgesloten. Vandaar ging het lopende naar Meppel waar ze in treinen werden gepropt en naar Duitsland afgevoerd. Er zijn aanwijzingen dat compagnieën van de marine uit Groningen, Steenwijk en Assen aan deze acties hebben deelgenomen. Daarnaast deden maar liefst tien kleine patrouilleboten van de Wasserschutzpolizei van het IJsselmeerkommando mee en deze ondersteunden de zoekactie vanaf het water.
De polder was in het westen vanuit het water hermetisch afgesloten. In twee groepen voeren de boten twee dagen lang, dag en nacht, op zichtafstand langs de dijken van de NOP. Tijdens de laatste nacht trokken zij zich vanaf 02:00 uur terug naar hun thuishavens. Overdag waren de bootjes nog ingezet om nog vierhonderd gevangenen naar een opvangkamp te brengen.” (Wind, de. S. (2015)
Schutzstaffel (SS)
De SS wordt in sommige bronnen ook genoemd als zijnde aanwezige eenheid bij de razzia. Ondermeer blijkt dit uit een artikel van de Friese Koerier van 18 juni 1968. Hierin verteld W. Lemaire zijn ervaringen waaronder:
“In de nacht van 18 op 18 november 1944 rinkelde het alarmsysteem: van de randkampen uit werd via de interne poldertelefoon gewaarschuwd dat de Duitsers voet op “onze” bodem hadden gezet. Zij kwamen met 2000 man SS en Grüne Polizei en doorzochten alles, ook het riet, waarin onze arbeiders waren gevlucht. Velen werden gepakt.”
Deze eenheid wordt in ditzelfde verband ook beschreven door Diedert Frankema. Deze heeft op de website Spanvis.nl zijn belevenissen opgetekend. Op de website staat te lezen:
“Vrijdag 17 november. In de vroege ochtenduren werden we opgeschrikt door luid schreeuwende Duitse en Germaanse SS-troepen. Als eerste was kamp Ramspol aan de beurt om uitgekamd te worden door zwaar bewapende soldaten. Later kregen alle kampen een beurt. Dezelfde dag in colonne te voet afgevoerd naar Vollenhove. Hier in een school ondergebracht, waar de nacht werd doorgebracht.”
3. Duitsers die aanwezig waren in de Noordoostpolder vanwege de luchtoorlog.
De Duitsers kwamen naast eerder genoemde punten ook de Noordoostpolder in, in verband met vliegtuigen die een noodlanding maakten in de Noordoostpolder. Zo ook de Duitse luchtwacht, of luchtpost van Urk.
“Op Zaterdag 8 April 1944, te omstreeks 14 uur, is een Amerikaansche bommenwerper brandend neergestort op Kavel M.44, alsmede enkele brokstukken van dit vliegtuig op Kavel G.69, gelegen in het Openbaar Lichaam ‘De Noord-Oostelijke-Polder’. Door Duitsche militairen van de Luchtpost Urk zijn vijf piloten behoorende vermoedelijk tot bedoelde vliegtuig aangehouden.” (Onbekend. gepubliceerd in ‘De Vriendenkring’ (2000).)
Hierop volgend schrijft Klumpje een opmerkend detail als het gaat om de overige bemanningsleden:
“Nu ontdek ik waarom de Duitsers hun prooi zo snel hebben gevonden: voor het raam van de kamer staan tientallen arbeiders. Als de gewonde is verzorgd en de Duitsers hun gevangenen op wapens hebben gefouilleerd, wijkt de ergste spanning. Dan gaat de kamerdeur open en komt de kampbeheerder binnen.
Tot mijn grote verbijstering meldt hij de aanwezigheid van de twee andere piloten in de aangrenzende kamer! Het is duidelijk dat de trouwe trawanten van Adolf de kans op een wit voetje niet laten voorbijgaan. Terwijl de Duitsers hun aandacht richten op de andere piloten zie ik mijn kans schoon en glip weg. De volgende morgen worden de piloten afgevoerd naar een kamp voor krijgsgevangenen.” (Klumpje, D. (2005))
Namen
Veel namen van Duitsers die in de Noordoostpolder gelegerd waren zijn niet bekend.
Achternaam, Voornaam Functie Standplaats Citaat
Hardeberg, Onbekend Commandant Vollenhove 1
Leiritz, Onbekend Soldaat Emmeloord 2
Jakob, Gekke Soldaat Emmeloord 2
Citaat 1
“B. Haarhuis en J. Demmer gaan vandaag naar het hoofdkantoor der polder te Vollenhove, hier zal geprobeerd worden om van de Duitsche commandant verlof los te praten. Deze wil hier niets van weten, omdat Vriezenveen met de Kerstdagen met verlof is gegaan en er van de 86 personen maar 6 zijn teruggekeerd. Ook Hardenberg vertelde hij ons dat hij ook wel graag met verlof wou, daar hij in de buurt van Hamburg een grote boerderij had. Deze werd bewerkt door zijn vrouw en Russische en Fransche krijgsgevangenen. B. Haarhuis antwoordde hierop “Maar ik habe de krieg niet gewild”. Het gevolg hiervan was dat de Duitser alle kleuren van de regenboog kreeg en wij zeer snel buiten stonden zonder verlof.” (Demmer, J.H. (1944-1945))
Citaat 2
“Er waren twee Duitsers ingekwartierd in het werkkamp. Dat lag waar nu Goedzooi is. Die heetten als ik het me nog goed herinner Leiritz en Gekke Jacob. Volgens ons was Gekke Jacob een oud oostfront-soldaat die een kogel door zijn hoofd had gehad. Van die mensen hadden we geen kwaad te duchten. Die waren ook blij dat ze ver van het oorlogsgeweld zaten. Het waren aardige mensen. Ik kan me nog herinneren dat er één me weleens over de bol aaide. We kregen er ook weleens brood met kaas, een traktatie in die tijd”. (Onbekend, gepubliceerd in krant De Noordoostpolder (1995).)
Bronnen
Websites:
Frankema, D. (z.j.) DE WEGVOERING EN DE TEWERKSTELLING IN DUITSLAND.Spanvis.nl geraadpleegd op 20 april 20174 URL: https://www.spanvis.com/lemmer/oorloglemmerlemsterland/straatnamenzijnookmonumenten/arbeidsdienstinduitsland/
Zwaag, v.d. J. (2016). Lemmer in Oorlogstijd. Geraadpleegd op 21 november 2016 URL: http://www.spanvis.nl/Lemmer%20in%20oorlogstijd/index.html
Boeken / Literatuur:
Baalen, van. C.C. (1992). “Ach lieve tijd” – de historie van Flevoland, de Flevolanders en de oorlog. Zwolle: Waanders.
Demmer, J.H. (1944-1945). Drie maanden Noord-Oost polder. Uit het oorlogsdagboek van J.H. Demmer. Gepubliceerd in tijdschrift De Oale Maarke. Jaargang 2007 nummer 4 – Infoblad van de Stichting Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek.
Hofman, R. (2018). “Duitse soldaten op Urk”. Ongepubliceerd manuscript. Urk: Stichting Urk in Oorlogstijd.
Klumpje, D. (2005). “In een benauwde tijd aan de zee ontrukt”. Uitgeverij IJsselacademie
Onbekend. (2000). “Oorlogsslachtoffers in de Polder”. Tijdschrift De Vriendenkring – 40e jaargang nr. 1 – Lente 2000.
Selles, A. (1967). Geen titel. Tijdschrift De Vriendenkring. Nummer 3, pagina 8, 9 en 10. Geraadpleegd in oktober 2018 URL: http://www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl/impressies-1942.htm
Wal, van der. Huib. (2007). “Veerkracht en volharding“. Onbekend: Noordboek.
Wind, de. S. (2015). “Josef Schmidt, het verhaal van een soldaat in Nederland 1944-1945“. Onbekend: Sipke de Wind, pagina 38.
Kranten:
Lemaire, Willem C. (1968). “Advocaten werden metselaar en dameskappers timmerman“. Friese Koerier: 18 juni 1968
Terpstra, A. (1945). “In memoriam Henk Bolt“. De Noordoostpolder 13 juli 1945.
Overige:
Bronke, B. (2006). Brief van dhr. Bronke aan Hoekstra, Pieter. 1 februari 2006
Maas, van der. J. (2015). Email aan P. Hoekstra betreffende Flugwache 20 Urk. Gebaseerd op Dagboeken van Fluko Zwolle.
Selles, A. (2002). “Er vallen wapens uit de lucht“. Flevopost 18 september 2002.
Krant De Noordoostpolder. (1995). “Kinderparadijs, ook in de oorlog”. 1 mei 1995.