Skip to main content

SysInquart&Rauter

Hitlers zetbaas Arthur Seyss-Inquart (links) en de commandant van de SS in het bezette Nederland, Hanns Albin Rauter, hadden beiden een speciale betrokkenheid bij de Noordoostpolder. Zij wisten dat er in het gebied een groot aantal mensen zat die op die manier tewerkstelling in Duitsland ontliep. De bezetters lieten dit tot 1944 zo doorgaan. Langzamerhand werd echter duidelijk dat de NOP ook werd gebruikt om wapens voor de illegaliteit af te werpen. Rauter meende waarschijnlijk zelfs dat er in de polder gewapende verzetsgroepen actief waren. In november 1944 werd de polder in een drie dagen durende razzia door 4000 man SS-troepen uitgekamd. Ontsnappen was praktisch onmogelijk en ongeveer de helft van de 2000 mensen die in de polder werkten, kwam in Duitsland terecht. Gezien de massaliteit waarmee de razzia werd uitgevoerd, bestaat het vermoeden dat de Duiters de omvang van de illegaliteit behoorlijk hadden overschat (RIOD).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *